Bloed
'Zo zie ik de romantiek van de basgitaar, de opofferende rol' (ik parafraseer wellicht een beetje), zei wijlen Henny Vrienten gisteravond in een docu waar ik toevallig in viel over hem en zijn zoon en hun relatie tot de basgitaar. Dat zei hij in gesprek met de basgitarist van Golden Earring, een band waar ik allergisch voor ben, die vriendelijk maar beslist repliceerde: 'Zegt iemand uit een band die gebouwd is om de hele baslijn.' Met zijn zoon spreekt Vrienten over het feit dat je de bas vaak niet hoorten dat daarom de basgitarist altijd een beetje op de achtergrond blijft - het zijn geen 'ballerina's' - maar desondanks, en daar wijst de zoon op, voelen de mensen de trillingen waarschijnlijk wel, het gaat dieper. Zuivere opoffering, onzichtbaar blijven en er toch ten diepste voor de ander zijn. Ik moest denken aan het concert van Jawbreaker dat ik onlangs in Minneapolis zag en het kleine exposé van de zanger/gitarist, Blake Schwarzenbach, die zei dat vanuit de linkerkant van het podium, waar bassist Chris Bauermeister stond, de hele show met een zwart gezichtsmasker op, de oerklanken kwamen, 'het bloed'.
Zingende bassisten, dus zowel de boventoon als de ondertoon, die zijn er wel degelijk, en hoe, denk aan Sting en mijn favoriete, Les Claypool van Primus, maar ook Fat Mike van NOFX en Rick James, over wie ik een tijd terug een docu zag die me fascineerde en in wiens muziek ik nog volledig moet duiken. Toch zeer aanwezige persoonlijkheden op het podium, maar dat zou afgezien van een totalitaire neiging of een een manier om de opoffering te compenseren wellicht ook als een manier, als een verlengde van de opoffering kunnen worden beschouwd, want juist opoffering vereist acteerwerk. Was Christus niet een acteur?
Bijna twintig jaar geleden toen ik lesgaf - over opoffering gesproken; het feit ik geen goede leraar was, bewijst zich met het feit dat het me van alles heeft gebracht - aan het Stedelijk Gymnasium in Haarlem zat in een brugklas vooraan een leerling genaamd Amber dat me op een middag vroeg wat mijn voornaam was en of ik een instrument bespeelde. 'Raad maar eens,' zei ik. Ze nam me even goed op. 'Bob' en als instrument voor me koos ze basgitaar, waarna ze het voordeed: 'Zo van do, do, do.' Bassist of drummer, zo zie ik het ook, zonder te zingen. Alleen de ondertoon, de donkere ondertoon, en hem uit het hout en de snaren slappen om het bloed, het bloed der eeuwen, te laten stromen. Nee, wat dat betreft zou ik ook best een aardige dictator kunnen zijn.
Reacties
Een reactie posten