Emily
Vandaag las ik dan eindelijk Ik zeg Emily (2021) van Yentl van Stokkum. Eindelijk, omdat het gaat over een obsessie met Emily Brontë, schrijver van Woeste Hoogten (1847), een boek dat sinds ik het in het najaar van 2015 in Montevideo las in mijn bloed en botten is gaan zitten. De weerslag ervan is hier te vinden, en in Profane verlichting staat een gedicht getiteld 'Restant' over mijn relatie tot de roman. In het najaar van 2018 - niets gaat boven het najaar, en zeker niet als het gaat om deze roman - bezocht ik aan het einde van de middag, een soort micro-najaar, de Brontë-pastorie in Haworth in Midden-Engeland. Naderhand wandelde ik over de Moors, het heidegebied dat een belangrijke rol speelt in de roman. De zon scheen nog, maar het begon steeds donkerder te worden. Aan een tegemoetkomende wandelaar vroeg ik of het wel verstandig was om door te lopen. Het leek hem van niet. Sindsdien moet ik terug.
Van Stokkum is vrij obsessief, maar haar geestigheid verlicht. Een mooie bundel, om te herlezen, en dat is zeldzaam. Het gedicht dat het wezen van Woeste Hoogten, en ook van de romantische liefde - de roman ís romantiek pur sang - weergeeft, is 'Luister lezer, iedereen kan Linton wel de liefde verklaren'. Aan het begin dicht Van Stokkum:
zijn aard eerlijk en nobel als de brug van zijn neus
zorgzaam ja o zo betrokken
er zijn mensen die goed voor je zijn dus waarom nog naar Heathcliff verlangen
wanneer iemand zo goed voor je is zo gezond
zo heilzaam en hij kan nog koken ook
Reacties
Een reactie posten